Communicatie

Een gevoel voor taal

een moeizame zoektocht naar de taal van Aukje - communicatiedrieluik september 1997
Prof.dr. L.J.M., Hans van Balkom Psycholinguïst | Emeritus hoogleraar Ondersteunde Communicatie voor mensen met meervoudige handicaps | BSI | Behavioral science Institute, Radboud Universiteit en Metie Dirks, moeder van Aukje en zorgcoach stichting Kwecoo Landgraaf

Aukje is negentien jaar oud. Ze is blind en kan niet praten vanwege een aangeboren hersenletsel. Door deze beperkingen was Aukje niet in staat om zelf structuur aan te brengen in de vele geluiden die ze dag in, dag uit waarnam. Tijdsbesef en dagindeling ontbraken. Taalverwerving en communicatie kwamen en komen niet vanzelf op gang. Voor kinderen met dergelijke ernstige, meervoudige beperkingen is gespecialiseerde opvang en begeleiding moeilijk te vinden. Na een moeizaam zoek- en verwijzingsproces kwamen de ouders van Aukje terecht bij de afdeling Rafaël van het Instituut voor Doven (IvD) te Sint-Michielsgestel. Aukje was toen vier jaar oud.

Het best passende taal- en communicatie systeem

In dit artikel kijken we terug op een periode van vijftien jaar zoeken naar het best passende taal- en communicatie systeem voor Aukje en de mensen in haar directe omgeving (thuis en op het lvD). Gespecialiseerde orthodidactische en orthopedagogische kennis in combinatie met de bereidheid om intensief samen te werken bij groepsbegeleiding, therapeuten, leerkrachten en ouders zijn de noodzakelijk geachte en gebleken ingrediënten die hebben bijgedragen tot een succesvolle ontsluiting van taal bij Aukje via een combinatie van ondersteunende communicatievormen (gebaren, symbolen) en technische hulpmiddelen (symboolborden, de Alphatalker)

Een moeizaam, onzeker begin

Aukjes grootste handicaps bleken haar epilepsie en het niet kunnen praten en communiceren. Haar eerste levensjaar heeft ze grotendeels in het ziekenhuis doorgebracht. In die periode heeft zij talrijke onderzoeken ondergaan. Rond haar eerste verjaardag kwam ze pas echt naar huis. Het was ook op die leeftijd dat pas vastgesteld werd dat zij nagenoeg volledig blind was. Aukje behoefde veel verzorging; zij was eigenlijk een grote baby, zij kon zelf niets en was zeer angstig. Ze kon alleen maar liggen, niet draaien of haar hoofd optillen.

Opnieuw vertrouwen opbouwen

Tijdens haar langdurig verblijf in het ziekenhuis heeft ze een diepgewortelde angst voor en wantrouwen jegens mensen opgebouwd. Telkens als er mensen opdoken werd zij opgepakt en verplaatst. Op die momenten gebeurde er altijd iets onprettigs (medisch onderzoek, behandeling/verzorging) met haar. De grootste taak die Aukje na thuiskomst moest volbrengen was het weer opbouwen van vertrouwen in mensen uit haar directe omgeving.

Dag- en nachtritme

Door haar blindheid en langdurig medische verzorging in het ziekenhuis had Aukje geen gevoel voor dag- en nachtritme opgebouwd. Ze moest intensief begeleid worden in het leren herkennen en voelen van dag- en nachtritme.

Geluiden

Ook werd ze vertrouwd gemaakt met huisgeluiden, zoals huisbel, telefoonbel, televisie, radio enzovoorts. Voor Aukje was dat een moeilijke opgave, ze (her)kende deze geluidjes niet. De geluidjes waren voor haar moeilijk re traceren door haar blindheid. Het niet kunnen praten belemmerde daarenboven het bevragen van onbekende geluidjes.

Lichamelijke en motorische vaardigheden

Via Neuro Developmental Treatment (NDT) aan huis leerde Aukje zelfstandig rechtop te zitten. Te lopen, het hoofd op te tillen en draaibewegingen te maken. Ze leerde afstanden bepalen en bouwde vertrouwen op via mensen die continu in haar directe omgeving waren. De intensieve fysiotherapie volgens de NDT- methode (of ‘Bobath’) heeft Aukje enorm geholpen in haar motorische ontwikkeling en het opbouwen van zelfvertrouwen en zelfreflectie. Op tweejarige leeftijd liep Aukje. Eigenlijk zijn die eerste twee jaren voor namelijk besteed aan de verbetering van lichamelijke en motorische vaardigheden van Aukje.

Spreken

Natuurlijk was het ontbreken van brabbelgeluidjes en vroege spraakklanken wel eens opgevallen. Echter pas ná die eerste twee jaar, kwam het besef dat Aukje nauwelijks of wellicht niet zou gaan praten. In het derde levensjaar werd de hulp van logopedie ingeroepen. De therapie was voornamelijk traditioneel gericht op de stimulering van spraakklanken en het accuraat leren spreken. Deze vorm van logopedie hielp niet; Aukje reageerde wel (motorisch) adequaat op opdrachten als 'Stamp eens met je voeten' of 'Klap eens in je handen’, maar zij kwam niet tot spraakproductie. Het lukte Aukje niet om gericht klanken of lettercombinaties, lettergrepen en woorden na te spreken. Het vermoeden dat Aukje nooit zou gaan praten werd dus al spoedig bevestigd. De logopedische behandeling werd gestopt. Als Aukje besefte dat ze niet begrepen werd ging ze heel hard gillen. Metie Dirks:
‘We wisten meestal precies wat Aukje bedoelde en we anticipeerden daar dan ook vaak op. Communicatief gezien weet ik nu dat die houding niet altijd goed en verstandig is geweest. Het moest, in mijn opvatting, toch mogelijk zijn om Aukje te leren om via geluiden uiting te geven aan dingen die ze leuk en niet leuk vond'.

Muziek, gebaren en beweging als wegbereiders voor taal

Genoegen of ongenoegen bleek het best via direct communicatief contact aan te leren. Min of meer bewust is gekozen om met liedjes te starten. Aukje was en is dol op muziek. De liedjes werden thuis altijd samen met Aukje gezongen. Het zingen gaat gepaard met uitbeeldende gebaren en bewegingen. Bewegingen, ritme, muziek en vooral het samendoen, stelden Aukje in staat om een taalcode op te bouwen.

De zoektocht naar een geschikte school

Ondertussen startte de zoektocht naar een geschikte school. Aukje had toen wel al een peuterspeelzaal in haar eigen buurt bezocht. maar dat bleek geen succes. Metie Dirks geeft aan hoe moeilijk het was om een geschikte school voor Aukje te vinden: ‘In eerste instantie kwamen we bij een school voor blinden terecht. Op het moment dat men daar zag en vernam dat Aukje niet sprak en ook niet tot spreken zou komen, werd al snel medegedeeld dat de blindenschool niet in aanmerking kwam. Het duurde daarna nog zeker een aantal maanden om voor Aukje wél een geschikte schoolopvang te vinden. Een televisieprogramma over een school voor doofblinde kinderen bij het Instituut voor Doven (IvD) te Sint-Michielsgestel vormde de aanleiding voor een eerste contact met de Rafaël-school van het IvD. De Rafaël-school is speciaal opgezet voor meervoudig gehandicapte, grotendeels doofblinde kinderen'. Aukje werd spoedig daarna op het IvD geplaatst, eerst een dag per week en daarna geleidelijk oplopend tot hele weken. Tijdens de weekenden en vakanties is Aukje thuis bij haar ouders.

Ontsluiting van taal via ondersteunde communicatie (OC)

De eerste dingen die Aukje leerde, betroffen het in gebaren uiten van 'ja' en 'nee'. 'eten', 'drinken' en 'ik moet naar de wc'. Deze start leidde al heel snel tot verbeterd communicatief gedrag. Aukje kon via 'ja en nee' duidelijk maken wat ze wel en niet wilde. Tevens kon ze nu op eenvoudige vragen over drinken, eten en toiletbezoek een antwoord geven. OC-vormen voor 'ja' en 'nee' worden altijd als eerste geïntroduceerd. Die OC-vormen voor 'ja' en 'nee' zijn er in tal van variaties, zoals eenvoudige hoofdbewegingen, gebaren, symbolen op een communicatiebord, twee verschillende felgekleurde polsbandjes, twee verschillende schakelaars met opgeslagen spraak (bijvoorbeeld BIGmack-schakelaars). Daarnaast kwamen al spoedig gebaren voor eten, drinken en wc-bezoek. Deze eerste gebarenstapjes gaven structuur en rust bij Aukje. ze ging beseffen dat ze vat kon krijgen op mensen in haar directe omgeving.

OC-vormen als hulpmiddel bij dagindeling en activiteitenplan

Bijna gelijktijdig met de introductie van de basisgebarenset startte men op Rafaël met het structureren van dag- en tijdsindeling gekoppeld aan concrete activiteiten. Daartoe werd een voorwerpenkast met concrete verwijzers (voorwerpjes) gebruikt. De twee eerste voorwerpjes waren een beker en een bord voor respectievelijk drinken en eten: passend bij de gebaren die Aukje geleerd had. Wilde Aukje drinken dan moest ze de beker uit het voorwerpenrek halen en daarna het gebaar voor 'drinken' maken. De voorwerpenkast werd geleidelijk aan uitgebreid met voorwerpen voor dagactiviteiten (tandenborstel, zeepdoos, fietsje). Op die manier leerde Aukje meer gebaren aan de hand van de concrete verwijzers (voorwerpjes), gekoppeld aan dag, tijd en activiteit.

Kalenderkast

Nadat Aukje een aantal gebaren verworven had, leerde ze omgaan met een zogenaamde kalenderkast met vijf vakjes. In elk vakje lag een klein kussen. Als een dag voorbij was, moest ze een kussentje uit de kalenderkast pakken en in een mandje leggen. Ze voelde dan hoeveel kussens er nog overgebleven waren en hoeveel nachten ze nog op school moest blijven.

Gebaren en liedjes

Het aanleren van (nieuwe) gebaren op school verliep grotendeels gelijk aan de wijze waarop thuis met Aukje liedjes in combinatie met uitbeeldende gebaren en bewegingen gezongen werden. Nieuwe gebaren werden in de vorm van een liedje aangeleerd. Waar nodig werden op school liedjes gecomponeerd om een reeks nieuwe gebaren aan te leren. In liedjes geleerde gebaren werden direct daar na ook in reële situaties toegepast.

Initiatieven raken uitgedoofd

Ondanks het feit dat Aukje aanvankelijk goed vooruitging met gebaren, bleek dat Aukje veel moeite had met een duidelijke en spontane productie ervan. Motorisch gezien was het maken van gebaren geen moeilijke opgave voor haar. Aukje had problemen met gebaren die ze iets verder van haar lichaam af moest maken. Gebaren die dicht tegen het lichaam aan gemaakt werden verwierf en gebruikte Aukje het snelst. Onzekerheid om het goede gebaar te maken (faalangst) bij Aukje én het niet frequent en consequent gebruiken van spraak ondersteund met concrete gebaren (zowel thuis als op school) leidde ertoe dat Aukje heel voorzichtig en meestal alleen op uitlokking gebaren maakte. Helaas werd er ook niet altijd consequent en adequaat op haar gebaren vanuit de omgeving gereageerd. Gebaren werden niet gezien, opgemerkt of herkend en Aukje bleef verstoken van een antwoord.

Van isolement naar zelfvertrouwen

Metie Dirks: ‘Van haar uit gezien, leek het dan net alsof er niemand was waarmee zij kon communiceren. Het niet kunnen zien en praten versterkte dit gevoel nog eens extra. Het effect was dat Aukjes poging om iets te vragen geen vervolg kreeg en haar onzekerheid en faalangst toenamen. Deze faalangst was voor ons aanleiding om het zelfvertrouwen van Aukje weer opnieuw te stimuleren. Via paardrijles kon wellicht bereikt worden dat Aukje weer enig zelfvertrouwen terug kon winnen. Al spoedig bleek dit inderdaad een succes te zijn. Ik begeleidde Aukje in de manege en gaf al liedjes zingend aanwijzingen en creëerde op die manier een voor haar vertrouwde stem in een vreemde omgeving. Zo leerde Aukje zelfstandig galopperen, rechtop zitten, rechts en links aan geven. Het paardrijden had het gewenste effect. Helaas hebben we door weer opkomende epilepsieproblemen geen verder vervolg hieraan kunnen geven'.

Aanvulling op gebaren via voelbare symbolen

Terug naar Aukjes schoolprogramma. De kalenderkast raakte geleidelijk aan overvol en de gebarenproductie werd slechter en verminderde zowel bij Aukje als bij mensen in haar directe omgeving. Er moest een aanvulling op de gebaren en kalenderkast komen. Het zoeken naar nieuwe mogelijkheden om voort te bouwen op de geleerde gebaren en de concrete verwijzers mondde uit in een communicatiesysteem met voelbare symbolen en miniatuurvoorwerpen, bevestigd op magneten. voelbare symbolen en miniatuurvoorwerpen. De keuze van de soort was in eerste instantie gebaseerd op de voorwerpen in de kalenderkast en de verworven gebaren. Aanvulling van nieuwe symbolen en voorwerpen geschiedde via gericht ervaringsleren in samenspraak met groepsleiding. leerkrachten op het IvD en de ouders thuis. De voorwerpen en symbolen werden, indien nodig, verkleind of in miniatuurvorm aangeschaft en op magneten gezet.

Verschillende wandborden

De voorkant van de magneet bevatte een bevestigingsplaatje met daarop een voelbaar symbool, voorwerp of deel van een voorwerp. Deze magneten werden op verschillende metalen wandborden geplaatst. Thuis werden de wandborden in de verschillende woonruimten bevestigd (badkamer/toilet, woonkamer, keuken, slaapkamer). Aukje kon dan overal in huis via het pakken van een voorwerp aangeven wat ze wou. Zo ontstond een reeks verschillende wandborden met ‘eetsymbolen’, ‘drinksymbolen', 'badsymbolen voor zelfverzorging’ en ‘schoolsymbolen'.

Op zoek naar vervanging

Het aantal magneten met voorwerpjes en symbolen groeide snel. Een aanpassing in aantal en/of de grootte van de wandborden bleek nodig. Uitbreiding en aanpassing zouden ten koste gaan van een goede ordening en overzichtelijkheid. Er moest wederom een goede vervanging
komen. Het aantal gebruikte woorden en/of begrippen. in de vorm van gebaren, symbolen. vocalisaties en concrete verwijzers (voorwerpen) was
inmiddels sterk gegroeid tot een honderdtal.

Een muziekkeuzesysteem

Aukjes OC-systeem bestond nu inmiddels uit een verzameling van verschillende elkaar aanvullende communicatievormen, waaronder de kalenderkast, gebaren, vocalisaties en de wandborden. De gunstige ervaring met deze communicatievormen en het mede daardoor 'vollopen' ervan, bracht de ouders van Aukje op het idee om een muziekzoeksysteem te vervaardigen voor Aukje, zodat zij zelfstandig haar favoriete cd's kon kiezen. Vier lege cd-doosjes werden beplakt met respectievelijk opvallend geel, groen, wit en rood gekleurd papier. De kleuren waren gekoppeld aan verschillende soorten muziek of verhaaltjes (sprookjes).

Kleuren zien met ondersteuning

Dit lijkt in tegenspraak met hetgeen eerder beweerd werd over het nagenoeg volledig blind zijn van Aukje. Het blind zijn betekent voor Aukje dat zij nog ongeveer twee procent gezichtsvermogen heeft. Het vermoeden bestaat dat zij functioneel kleuren kan onderscheiden vanuit een bepaalde gezichtshoek in de vorm van grijstinten. Als extra geheugen- en tactiele ondersteuning waren de cd-doosjes ook met een voelbare, concrete verwijzer beplakt. Als voorbeeld noemt Metie Dirks: 'Zo beplakten we een cd-doosje meteen klein fluitje ter verwijzing naar klassieke muziek. Het rode cd-doosje had geen concrete verwijzer. het verwees naar het sprookje 'Peter en de Wolf; de meest favoriete cd van Aukje'. Op deze wijze kon Aukje zelf haar muziek kiezen.

Dit systeem is verder uitgebreid. met name door concrete verwijzers op de cd-doosjes te plakken. Aukje leerde dit systeem bijzonder snel, mede omdat het met muziek te maken had. Dit alles was weer een grote stap voorwaarts, niet alleen in communicatief opzicht, maar ook voor Aukjes zelfvertrouwen.

Integratie van OC-vormen in de spraakcomputer

De ontwikkeling van Aukjes communicatieve vaardigheden vertoonde een staccato-achtig patroon. Steeds werd bij vastlopen of dreigend overvol raken van een communicatievorm een nieuwe OC-vorm toegevoegd als aanvulling. Deze opeenvolging van OC-vormen had weliswaar een ontwikkelingseffect, maar leidde steeds weer tot frustratie als de communicatievorm qua omvang en hanteerbaarheid een optimum bereikt had. Nieuwe communicatievormen en -methoden vervingen voorafgaande niet. maar vormden er een aanvulling op. Aukjes OC-systeem was daardoor qua omvang bijna onhanteerbaar geworden. Elke keer moest al het materiaal van huis naar school en weer terug van school naar huis meegenomen worden. Op welke manier kon er voor Aukje een efficiënter en compacter OC-systeem samengesteld worden? De gedachten gin­gen uit naar een nieuw technisch OC-hulpmiddel.

Voorwaarden nieuw technisch OC-hulpmiddel

  • meeneembaar en liefst draagbaar
  • voldoende geheugencapaciteit voor ongeveer duizend begrippen:
  • mogelijkheden om tactiele symbolen/voorwerpen op de toetsen te bevestigen
  • mogelijkheid van thematische, categoriale indelingen van symbolen/voorwerpen
  • gekozen symbolen/voorwerpen terugmelden in spraak
  • geaccepteerd worden op school, in de leefgroep en thuis
  • robuust, relatief schadebestendig en onderhoudsvrij
  • aanvullend op gebarengebruik

Deze randvoorwaarden vonden het uitgangspunt bij het zoeken naar een geschikt OC-systeem, een technisch apparaat, voor Aukje. Metie Dirks: 'In samenwerking en overleg met Hans van Balkom, die al eerder betrokken was bij het opzetten van bovengenoemde ondersteunende communicatievormen voor Aukje, zochten we naar een technisch apparaat voor Aukje. We kozen de Alphatalker²'.

Werken met de Alphatalker

De Alphatalker kent maximaal 32 toetsen. De Alphatalker kan echter ook werken met vier of acht toetsen. Onder elke toets zit als het ware een stukje audiotape, zodat er onder elke toets spraak en/of geluiden en/of muziek is opgeslagen (drie of vijf minuten opslagcapaciteit).

In eerste instantie werd gestart met een Alphatalker op basis van vier toetsen en een beperkt aantal overlays (symboolkaarten) voor eten, drinken en muziek. De concrete verwijzers die eerder op de magneten bevestigd waren werden nu geplakt op plastic overlays die in de Alphatalker geklemd kunnen worden. De concrete verwijzers moesten verkleind worden om ze op de toetsen van de Alphatalker te kunnen bevestigen. Metie Dirks: ‘Aukje leerde snel. Ik sprak voor elke toets met een symbool de betekenis van de verwijzer in of nam (voor de muziekkaart) het betreffend stukje muziek op.

Een stem krijgen

Bij het indrukken van een toets op de Alphatalker werd de betekenis uitgesproken of een fragment van een liedje of melodietje afgespeeld. De terugkoppeling via de spraakuitvoer van de Alphatalker was extra motiverend voor Aukje. Ze wilde al heel snel veel meer. De Alphatalker had haar een stem gegeven waarmee ze gehoord kon worden en waarmee ze van anderen dingen gedaan kreeg'.

Uitbreiden

De Alphatalker kon nu de wandborden met magneten en de cd-doosjes vervangen en was bovendien gemakkelijk toe te passen in de leefgroep, op school en thuis. Al spoedig viel het besluit om over te gaan op een toetsenbordindeling van 32 toetsen per kaart. Zodoende kwamen er meer keuzen per overlay/kaart beschikbaar. We wisten niet of Aukje de verkleinde symbolen en voorwerpen op gevoel kon herkennen. Maar ook dat bleek geen probleem. Het principe van kiezen op basis van symbool/voorwerpcategorieën had Aukje reeds geleerd aan de hand van de wandborden met magneten. Deze kennis was snel overgedragen op het gebruik van de Alphatalker.

Overzichtskaart/ menukaart op de Alphatalker

Er was echter nog geen ervaring met het gebruik van een menukeuze-optie op de Alphatalker. De menukeuze werkt met een overzichtskaart, waarop symbooltjes verwijzen naar andere kaarten of overlays. Via zo'n overzichtskaart zou Aukje dan zelf de gewenste specifieke symbolen/voorwerpenkaart kunnen kiezen (bijv. voor eten, drinken, of op stap gaan). Een overzichtskaart bevat dus symbolen/voorwerpen die verwijzen naar afzonderlijke themakaarten.

Regie

Via een overzichtskaart kan Aukje dan zelf kiezen of aangeven welke themakaart ze wil, om dan vervolgens daarmee verder te gaan. Zonder zo'n themakaart bepaalt de omgeving steeds waarover Aukje praten kan. De overzichtskaart bleek een succes. Aukje had snel in de gaten dat ze hiermee zelf het initiatief kon nemen om eten of drinken te vragen. De overzichtskaart had symbolen/verwijzers voor specifieke kaarten over de onderwerpen eten, drinken, muziek. School, op stap, baden/douchen/zelfverzorging.

Menu

Als Aukje op de overzichtskaart kiest voor het symbool/de verwijzer 'eten’, dan wordt de ‘eetkaart' op de Alphatalker geklemd en kan Aukje vervolgens kiezen wat ze eten wil. Bij de introductie van de overzichts- of menukaart werden ook weer de gebaren ingevoerd: als Aukje voor ‘drinken’ kiest op de menu­ kaart moet ze die ook daarna mee het gebaar 'drinken' bevestigen. pas daarna komt de drinkenkaart op de Alphatalker. Nu kon Aukje vragen naar bijvoorbeeld spa­ rood, coca-cola, appelsap, een kopje cappuccino.

Een eigen identiteit voor Aukje

Bij het indrukken van de ‘appelverwijzer' op de fruitkaart meldt de Alphatalker 'Ik wil een appel'. Via de 'ik wil ...' - zinnetjes gaf Aukje uitdrukkelijk uiting aan iets dat zij zelf wilde. De 'Ik' was nu een hoorbare persoon met een ‘wil'. En dat had bij Aukje een positieve invloed op het zelfvertrouwen en het willen en durven communiceren met anderen. Ondersteund communiceren heeft Aukje in staat gesteld om een zelfbeeld op te bouwen, een belangrijke voorwaarde voor identiteitsontwikkeling en taalverwerving. Via de Alphatalker en de combinatie met gebaren werd uitdrukking gegeven aan iets dat van uit haar eigen wil, haar eigen zijn ontstond.

Swell-paper

Naast de concrete (geminiaturiseerde) verwijzers hebben we ook gebruik gemaakt van 'swell-paper' - techniek. Dit 'swell-paper' is speciaal voorbewerkt papier, waarbij de met een speciale stift getekende lijnen of schrifttekens dik op het papier komen te liggen en dus voelbaar worden. Hiermee konden snel nieuwe symbolen getekend worden en op de Alphatalkerkaarten worden toegevoegd.

Eigen dagrapportages/journaals op school

Momenteel wordt het gebruik van de Alphatalker ook toegepast om Aukje zelf ervaringen te laten vertellen aan de hand van symbooltjes/voorwerpjes. Dagelijks maken de groepsleerkracht en Aukje een journaal over de ervaringen van die dag. Daartoe is een overzichtelijke 'Symbolenbak' geconstrueerd. waarin de symbolen die Aukje kent achtereenvolgens op kaartjes zijn geplakt. Haar wordt nu geleerd om zo zelfstandig mogelijk de benodigde symbooltjes uit die bak te kiezen. De gekozen symbooltjes worden vervolgens op een overlay voor de Alphatalker geplakt.
De groepsleerkracht helpt Aukje hierbij en spreekt vervolgens per symbooltje de betekenis in op de Alphatalker en slaat het hele dag gesprekje op. Op die manier kan Aukje thuis met haar ouders terugluisteren of 'terug vertellen’ wat ze zoal gedurende de week heeft meegemaakt.

Eigen persoonlijk systeem

Hetzelfde doen de ouders en Aukje tijdens weekends en vakanties thuis. Aukje wordt daardoor actiever en creatiever betrokken bij het gebruik van de Alphatalker. Het OC-systeem moet uitgroeien tot een eigen, persoonlijk systeem en niet blijven voortbestaan als een grotendeels responsief hulpmiddel. De woorden en begrippen die Aukje in de vorm van symbolen en concrete verwijzers gebruikt bij het samenstellen van de journaals. worden op audiotapes opgeslagen. Het voorkomen van nieuwe woorden en begrippen en de gebruiksfrequentie van alle gebruikte symbolen en begrippen worden bijgehouden. Op basis daarvan kan de woordenschat van Aukje op de Alphatalker met enige regelmaat aangepast worden.
Daarnaast is een start gemaakt met het aanleren en gebruiken van vierhandengebaren om haar woordenschat in directe communicatie met anderen uit te breiden en haar (wederom) actiever bij gesprekken te betrekken.

OC-kernteams

Het onderling bespreken, afstemmen van communicatiedoelen en de te gebruiken materialen, strategieën en werkwijzen thuis, op school en in de leefgroep vereisen een goede coördinatie en evaluatie. Daartoe wordt, op basis van het COCP-programma (Heim & Jonker, 1996), binnenkort (najaar 1997) op het Instituut voor Doven (IvD) te Sint­ Michielsgestel en het Instituut Sint-Marie te Eindhoven gestart met het werken in OC-kernteams. Zo'n kernteam bestaat uit de belangrijkste gesprekspartners voor een auditief, spraak/taal of communicatief gehandicapte persoon. Dit kernteam spreekt doelen en eindtermen af voor de lange termijn (handelingsprogramma voor een jaar) en voor de korte termijn (handelingsplannen voor periodes van zes weken). De kernteams komen om de zes weken samen om hun doelen en overeengekomen eindtermen te evalueren. Bij deze bijeenkomsten wordt gebruik gemaakt van verschillende videoopnames en zelfbeoordelingsmethoden. Op die manier hopen we dat meer mensen met een ernstige auditieve, spraak/taal of communicatieve beperking kunnen profiteren van ondersteunende communicatievormen.

Recht op taal

Aukje heeft een taalcode op gevoel geleerd. Via ondersteunde communicatie is Aukje in staat geweest om stap voor stap een eigen taalcode op te bouwen. Ondersteunde communicatie geeft concrete invulling aan het 'recht op taal' voor ieder van ons, zo ook voor kinderen met zeer ernstige spraak/taalmoeilijkheden en meervoudig bepaalde communicatieve beperkingen.

Research en Development/Transfer. Instituut voor Doven. Sint-Michielsgestel.
De Alphatalker 1s een product van Prentke Romich Company
(PRC). In Nederland verkrijgbaar via Voice Technologies in
Hoensbroek

a) Opbouwen van vertrouwen in mensen uit haar directe omgeving
Aukje op de arm gedragen door Metie. Hierdoor op gelijke hoogte met andere mensen. De nieuwe persoon werd aangekondigd. Metie vertelde steeds aan Aukje waar ze waren.
1e verwijzer van moeder, koperen broche met deuk en geur van Metie

b) Leren herkennen en voelen van dag- en nachtritme
Kinderbed met spiralen. Hierdoor dikke touwen gevlochten. Tegenovergestelde van een ziekenhuisbed. Beddengoed was van badstof. In tegenstelling van het katoen beddengoed van het ziekenhuis. Metie kondigde aan dat ze in de kamer was van Auk en dat ze haar ging oppakken.

c) Metie liep op houten klompen, Aukje hoorde waar Metie zich bevond in huis en kon zo ook de afstand inschatten.

d) Alle huisgeluiden verwijderd vanwege schrikreactie. En vervolgens stap voor stap weer geïntroduceerd en vertrouwd gemaakt. Bijvoorbeeld vader duwde op de deurbel en moeder vertelde (koppelde) dit geluid aan de inhoud.

e) Neuro Developmental Treatment (NDT) (of ‘Bobath’) mat boppat therapie (opbouwen van zelfvertrouwen en zelfreflectie)
1e 2 jaar verbetering van lichamelijke en motorische vaardigheden

f) Gillen , niet begrepen daarop anticiperen

h) Muziek, gebaren en beweging als wegbereiders voor taal. Zingen gaat gepaard met uitbeeldende gebaren en bewegingen. Bewegingen, ritme, muziek en samendoen. Begin van opbouwen taalcode.

i) Gebaren uiten ja, nee, eten, drinken, ik moet naar de wc

j) Variaties op ja en nee zoals: eenvoudige hoofdbewegingen, gebaren, symbolen communicatiebord, twee verschillende schakelaars met opgeslagen spraak (BIGmack-schakelaars)

k) OC voorwerpenkast met concrete verwijzers (op Rafaël gestart)

l) Kalenderbord met kussentjes en mandje voor het aftellen van vakantiedagen.

m) Nieuwe gebaren werden aangeleerd in de vorm van een liedje. Daarna werden in liedjes geleerde gebaren direct daarna in reële situaties toegepast.

n) Gebaren kort bij haar lichaam en iets verder van haar lichaam

0) Magneetbord met concrete verwijzers (voelsymbolen en miniatuurvoorwerpen) voor activiteiten geplaatst in thuis in verschillende woonruimten.

p) 4 lege cd-doosjes beplakt met verschillende gekleurde stukjes papier. Kleuren waren gekoppeld aan verschillende soorten muziek of verhaaltjes. Extra geheugen- en tactiele ondersteuning toegevoegd doormiddel van een concrete verwijzer

q) Aukje gebruikt de Alphatalker

r) 'swell-paper' – techniek