Communicatie

De Zee

Uitleg vanuit een praktisch voorbeeld ‘de zee’.

Soms is het mogelijk om een beleving zo direct mogelijk over te zetten in een voelsymbool. De zee bevat water, maar dit is praktisch moeilijk om te koppelen als voelsymbool. Daarom is er gekozen voor de schelp die uit de zee komt als voelsymbool.

Voorwaarde begeleiding

Vanuit de complexheid van de meervoudig handicap van een bewoner, visualiseert de begeleider de stappen voor zichzelf om tot in de zee te komen.

  • Welke obstakels, zoals: externe prikkels kan ik onderweg tegenkomen?
  • Neemt objecten mee die gerelateerd zijn aan de situatie van beleving: handdoek, schelpen, netje, tas, etc.
  • Incalculeren hoeveel tijd en ruimte een bewoner nodig heeft gedurende de beleving
  • Hoe kan een bewoner komen tot het strand?

Ervaren en beleven van een schelp:

Begeleiding moet ten eerste bewustzijn hoe een schelp in zijn complexiteit en totaliteit aanvoelt. De sensatie van de schelp in één hand voelt anders wanneer je met twee handen de schelp voelt. Met je vingertoppen kan de schelp fijner afgetast worden van binnen en vanbuiten. Tevens kunnen met de vingertoppen de richting of ringen afgetast worden of juist tegen de ribbels en ringen ingestreken worden. Hoe voelt het oppervlakte van de schelp aan? Grof, Fijn, gepolijst, glad, koud, hard, enz.

Opdracht voor begeleiding

Ga met de ogen dicht eerst zelf deze schelp aftasten en ervaren, zodat je naderhand weet dat je samen met de bewoner de tijd moet nemen om de volledige schelp te kunnen aftasten. Dit doe je met twee handen en 10 vingers. De tweede dag voel je opnieuw dezelfde schelp. Ervaar je nu iets nieuws? Herhaling en observatie is belangrijk.

Begeleiding moet ervan bewustzijn dat ieder (blind)mens anders voelt. Alle invloeden van buitenaf spelen een rol om wel of niet in het moment te kunnen voelen. Herhaling en observatie spelen een belangrijke rol.

Stappenplan om een gebaar en voelsymbool te kunnen koppelen aan een beleving:

Stap 1) ervaren van een schelp op het strand door gebaar en tactiele ervaring. Bij afloop wordt de schelp meegenomen.

Stap 2) In iedere situatie met de schelp wordt de ervaring gekoppeld aan het voelsymbool en gebaar aan de schelp.

Stap 3) een mossel eten (smaak ervaring) in het restaurant. De koppeling leggen dat een mossel in een schelp zit. Samen de schelp weer voelen en het gebaar maken.

Stap 4) Luister samen met een bewoner naar een liedje van bijvoorbeeld Frank Groothof – schelpen

Stap 5) Maak in zelfdrogende klei afdrukken van schelpen (beeldende representatie maken van schelpen in een ander materiaal)

Stap 6) De volgende dag alle stappen weer ervaren. Goed observeren of de schelp als voelsymbool beklijft bij de bewoner. De begeleider moet rekening houden met: Iedere bewoner heeft zijn eigen verwerking en verwerkingstijd.

Stap 7) Aan het voelsymbool ‘de schelp’ wordt aan de achterkant een chip bevestigd, zodat begeleiding het voelsymbool kan inspreken voor de Proxtalker die Auk dagelijks gebruikt. (Voor iemand anders is dat misschien een ander ondersteunend communicatiemiddel.)