7.4.Handleiding
Assessment bij aanmelding
Bij aanmelding van een potentiële bewoner wordt een assessment doorlopen door het kernteam.
De stappen van het assessment zijn:
- Kennismaking: door Metie Dirks (initiatiefnemer): eerste oriëntatie, heeft deze persoon baat bij de methodiek?
- Tweede kennismaking: door Metie Dirks (initiatiefnemer) en Marguerite Welle Donker (docent speciaal onderwijs gehoorgestoorden, specialisatie spraakgestoorden): heeft deze persoon baat bij de methodiek, zien wij ontwikkelingskansen
- Dynamisch assessment gebaseerd op het Communicatie Competentie Profiel (CCP) (ref.) wordt afgenomen door het assessmentteam. Het assessmentteam bestaat afhankelijk van de aanmelding uit: deskundigen zoals taaldeskundige, orthopedagoog, ergotherapeut, logopedist, psycholoog. Het assessment is een sterkte- en zwakteanalyse en redeneermodel, het helpt bij formuleren behandeldoelen voor communicatieontwikkeling en ondersteuning.
- Conclusie: wie is de persoon, hoe communiceert de persoon, met wie communiceert de persoon, Kunnen we op communicatief gebied iets betekenen?
- Indien er geen plek is: ondersteuning op huidige woonlocatie van aanvrager.
Er wordt geen gebruik gemaakt van een wachtlijst, beslissingen voor ondersteuning worden gemaakt door het assessmentteam. Het nadeel van de werkwijze is dat aanmelding lang kan duren. De wachttijd wordt grotendeels bepaald door wachten op toekenning van voldoende budget.
Individuele ondersteuning
Bewoners ontvangen individuele ondersteuning die in hun specifieke individuele situatie gewenst is. De ondersteuning is gericht op leven, zorg en communicatie. Daarbij worden er geïntegreerde diensten voor de bewoners aangeboden.
Het individueel zorgvraagbehoefteplan is het overkoepelende plan dat de bewoner in beeld brengt: zorgvraag, valkuilen en aandachtspunten. Dit overkoepelende plan leidt tot veel aparte individuele begeleidingsplannen afgestemd op het betreffende thema.
Elke bewoner heeft een individueel begeleidingsplan. In dit begeleidingsplan staat een uitwerking van het thema aangepast aan de behoeften en ontwikkelkansen van het individu.
Niet enkel de directe communicatie (dialoog) maar ook indirecte communicatie wordt helemaal aangepast op de bewoners. De ene bewoner heeft bijvoorbeeld een gesprek over iets, de ander maakt een fotoboek, weer een ander bekijkt oude fotoboeken en bespreekt deze en nog een ander maakt een tekening of maakt gebruik van voelsymbolen.
Communicatie
In de methodiek staat de cliënt en zijn communicatieproces met de omgeving centraal. Middels de methodiek wordt er constant (verder) gezocht naar de beste manier voor de cliënt om te communiceren.
Een individueel communicatieplan wordt ontwikkeld en wordt steeds aangepast. Dit communicatieplan wordt ontwikkeld door middel van observeren en samen leven. Begeleiders zijn zich continue bewust van de wijze van communiceren van de bewoner en zichzelf. Tijdens wekelijkse intervisiebijeenkomsten bekijken begeleiders samen opnames van interacties met een bewoner, met als doel het reflecteren op de interactie: waar ging het goed/fout, bedoelen bewoner en begeleider hetzelfde? Door samen te leven (koken), te ondernemen (uitstapjes), te ervaren (plezier maken) wordt de meest wenselijke manier van communicatie ook steeds duidelijker.
Anticiperen is een belangrijk onderdeel van de communicatie in de methodiek. Door vooruit te kijken kunnen situaties aan de bewoner uitgelegd worden (denk aan carnaval). Op deze manier kan de bewoner ook beter aan de activiteit meedoen, door bijvoorbeeld een activiteit mee te organiseren (denk aan een barbecue).
Persoonlijk assistent
Elke bewoner krijgt een persoonlijke assistent toegewezen. De persoonlijk assistent (PA) is de belangenbehartiger en de vertrouwenspersoon van een bewoner. De PA onderhoudt de contacten met ouders, verzorgers, wettelijke vertegenwoordigers en externe disciplines. Tevens geeft de PA belangrijke informatie door aan collega’s. De PA bewaakt de doelen die gemaakt zijn tijdens de kernteams. Deze doelen hebben betrekking tot het wonen, atelier en eventuele externe werkplekken van de bewoner.
Dagindeling
Iedere bewoner heeft een dagindeling welke past bij zijn/haar wensen en behoeften. De dagindeling wordt ontwikkeld samen met de persoonlijk assistent. De indeling wordt vastgelegd op een voor de bewoner communicatief toegankelijke wijze. Denk aan: ipad, pictogrammen, bord. De stappen voor het ontwikkelen van de dagindeling zijn:
- inventariseer routines
- begin met favoriete bezigheden
- geef grip op tijd:
o vaste en variabele onderdelen van een dag/week zichtbaar maken
o volgorde van handelen geeft inzicht in handelen
o volgorde van handelen geeft toegang tot taal
o taal geeft keuzes, geeft zelfbepaling
- maak scripts
Uitgangspunten bij het maken van de indeling zijn: kleine stapjes (niet een gehele indeling in één keer maken); eerst dichtbij en concreet dan meer abstract;
Kernteambijeenkomsten
Gemiddeld één keer per jaar (frequentie afhankelijk van indicatie) vindt er een kernteambijeenkomst plaats met ouders. In deze bijeenkomst zijn alle betrokkenen (interprofessioneel team) van de bewoner aanwezig. Het doel van deze bijeenkomst is het evalueren van afspraken en zo nodig opstellen van nieuwe doelen en afspraken.
Fysieke omgeving (ruimtes en materialen)
De bewoners huren een ruimte van de Stichting Kwecoo Exploitatie of de Stichting de 3 Triangels en kopen hun zorg in. De woningen zijn aangepast aan behoeften van mensen met een beperking, zoals rolstoeltoegankelijkheid, veel daglicht en aandacht voor sensorische beperkingen.
Begeleiden is mens zijn met elkaar. Dat betekent dat er voor het huis en de leefomgeving voldoende plaatsen in huis moeten zijn die de bewoner geborgenheid en veiligheid bieden. Want juist vanuit deze geborgenheid kan de bewoner in interactie gaan met zijn omgeving. De omgeving moet een appèl doen op het aangaan van acties en interacties.
Kwecoo draagt er mede zorg voor dat de bewoners een thuis vinden, een veilige, vertrouwde plek die voldoende uitdaging biedt om uit te vliegen, om samen onderweg te zijn. Een omgeving die steeds uitdaging biedt om steeds grenzen te verleggen in wat de bewoner kan en wil en fijn vindt. De bewoners hebben individuele woonruimte in het gebouw van Kwecoo gehuurd. Als zij mensen willen ontvangen dan zal daartoe de mogelijkheid moeten zijn.
Er moet evenwel ook recht gedaan worden aan de behoefte van privacy van de bewoner. Privacy is een belangrijk uitgangspunt in de woningen, bewoners kunnen zich terugtrekken op hun eigen kamer. Er is daardoor ook aandacht voor rust en stilte.
Zijn kamer moet zijn eigen plek zijn, waar hij zich kan terugtrekken en waar hij ongestoord kan zijn; een ruimte waaraan anderen het respect geven dat vanzelfsprekend getoond moet worden aan iemands eigen leefomgeving. De beleving van de omgeving is voor de bewoner essentieel. Inspelen op zintuiglijke waarneming en mogelijkheden maakt hier deel van uit. De herkenbaarheid in kleuren, inrichting, geluiden, geuren en vormen, zal hierin gestalte moeten krijgen.
Daarnaast zijn gezelligheid en een huiselijke sfeer belangrijk. Zowel in gezamenlijke als individuele ruimtes heeft alles een vaste plek, om de zelfredzaamheid van bewoners te bevorderen. De organisatie bevindt zich in een appartementencomplex met 4 verdiepingen. Per verdieping zijn er groepswoningen gesitueerd met 4 of 5 bewoners. Op de begane grond bevindt zich dagverblijf, een kantoor en ruimtes voor therapie.
Gezamenlijke ruimtes
De gezamenlijke woonruimtes bestaan uit een woonkamer en een open keuken en toegang tot een balkon. Hierin staan een eettafel met stoelen en een zitgelegenheid met banken en een fauteuil. De keuken is praktisch ingericht, er is voldoende loopruimte en er zijn geen obstakels. Er is tevens een tv aanwezig en een bureau met een laptop en printer. Daarnaast zijn er een washok met bijbehorende materialen en een voorraadkast. De groepswoningen worden ingericht in nauw overleg met de bewoners zelf. In alle ruimtes is er een elektronisch bewakingssysteem aanwezig.
In de gezamenlijke ruimtes is er aandacht voor communicatieve ondersteuning door middel van planborden, aanwezigheidsborden, weekschema’s, prikbord met een krantje etc.
Individuele ruimtes
Iedere bewoner heeft zijn eigen slaap-en zitkamer, soms met een eigen badkamer. De ruimte is ingericht naar de smaak van de bewoner en de behoeften van de bewoner en door de bewoner. Alle kamers komen uit in de gemeenschappelijke woonkamer. Er is een mogelijkheid voor logeren.
Materialen
Binnen de methodiek wordt een veelheid aan communicatie-ondersteunde materialen gebruikt (vb. pictogrammen, symbolen, tastverwijzers, kalenderkast, muzieksysteem, spraakcomputer) en communicatieve modaliteiten zoals gebarentaal en vierhandengebaren. Bij de keuze van deze materialen staan 4 vragen centraal, namelijk
- Voor wie? (vb. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een concept voor iemand? Wordt vb. kerst geassocieerd met een boom of met een kaars? Of heeft de ondersteuning een volwassen uitstraling?)
- Waar? (vb. Wordt het gebruikt in een vochtige ruimte?)
- Waarvoor? (samen onderwerpen en uitvoering kiezen)
- Wanneer?
Atelier
Het Atelier is het dagverblijf voor bewoners of voor mensen die op een andere plek wonen en ook gebruik maken van de methodiek. Er zijn twee Ateliers, afgestemd op twee doelgroepen. Het Atelier bestaat uit een grote ruimte met meerdere kleinere ruimtes, of mogelijkheden voor afscherming. In het Atelier zijn aanwezig: een open keuken, een badkamer, een zitgelegenheid, ruimte voor creatief werken, een bureau, een grote tafel met stoelen. Er zijn ook verschillende kleinere tafels met stoelen aanwezig, zodat subgroepen gevormd kunnen worden.
De woonverdiepingen worden tijdens het dagverblijf gebruikt om individuele begeleiding of begeleiding in tweetallen te bieden.
Er zijn veel materialen aanwezig, deze zijn opgeslagen in grote kasten met pictogrammen over wat er zich in de betreffende la bevindt. Op deze manier kunnen bewoner zelfstandig hun spullen verzamelen.
Er is veel daglicht door grote raampartijen. De open keuken biedt bewoners de mogelijkheid om actief te zijn in het bereiden van maaltijden. Daarnaast worden anderen tijdens de bereiding ook betrokken door het open karakter. Mensen die aanwezig zijn of binnenlopen, komen aan het kookeiland staan om een praatje te maken of een hapje te proeven.
Binnen het Atelier is ook veel aandacht voor communicatieve ondersteuning:
- borden met pictogrammen
- pictogrammen voor gespreksthema’s
- ieder heeft zijn eigen la of bakje
- picto-jaarkalender
- whiteboard voor boodschappen
- foto’s van aanwezige personen
- laptop. een laptop die men plat kan leggen om samen naar het scherm te kijken. - woordenboek gebarentaal
- groot blad foto bewoner met picto's neus, mond oren etc. en 'goed/niet goed' - pictogrammen lijnen met klittenband, de grootte is afgestemd per bewoner.
- een ipad per bewoner
Andere materialen die beschikbaar zijn:
- camera met statief om gesprekken te filmen voor intervisie.
- lamineerapparaat om pictogrammen en creatieve werken te lamineren.
- een printer voor pictogrammen, foto’s, boekjes etc.
- uiteenlopende creatieve materialen
- verschillende programma’s op de computer en op de iPad.
In de methodiek wordt tevens gebruik gemaakt van aangepast vervoer. De stichting beheert busjes welke aangepast zijn voor mensen met een beperking en onbeperkt kunnen worden gebruikt door bewoners (met begeleiders als chauffeur). Verder beschikt het complex over een tuin waarvan veel gebruik wordt gemaakt.