5.2.1. Communicatie
Het unieke aan de methodiek `Communicatie kent geen grenzen` is dat het zich richt op de communicatieve ontwikkeling omdat communicatie in welke vorm dan ook de mens de mogelijkheid geeft regie te hebben over zijn leven. Ondersteunde Communicatie (OC) vormt daarbij een belangrijke basis. De persoonlijke beperkingen worden verkend en binnen die grenzen worden de capaciteiten – ongeacht de achterliggende diagnose- zo goed mogelijk ontwikkeld om participatie binnen de samenleving te bevorderen.
De methodiek kent geen ondergrens!
Wijze van communicatie
De wijze van communicatie wordt aangepast aan de mogelijkheden van de bewoner: Niet enkel verbale communicatie (in dialoog), maar ook non-verbale communicatie wordt helemaal aangepast aan de bewoner. De ene bewoner heeft bijvoorbeeld een gesprek over iets, de ander maakt een fotoboek, de ander bekijkt oude fotoboeken en bespreekt deze, de ander maakt een tekening, de ander maakt zichzelf duidelijk via een Ipad met spraakfunctie via een spraakcomputer zoals My Voice en Proxtalker of een ander geïndividualiseerd communicatie ondersteunend hulpmiddel met bijvoorbeeld voelsymbolen. Communicatie is afgestemd op iedere bewoner individueel. Inzetten van ondersteunde communicatie is nodig (visualisatie, tastbaar). Hierbij wordt gewerkt en een koppeling gelegd tussen de foto van het onderwerp, de picto, het gebaar, het woord, het voelen en een concreet voorwerp. Zo krijgt het onderwerp in kleine stappen inhoud. Iedere bewoner vraagt een andere vorm van communicatie. Door ondersteunde communicatie in te zetten en de bewoner te volgen in hetgeen dat hij of zij kiest van hieruit, staat de bewoner centraal en krijgt deze eigen regie in het proces en bepaalt zelf de vorm. Ook een rollenspel verduidelijkt vaak veel.
Er wordt gecommuniceerd door middel van kunst waarin er momenten gezocht worden in het maken van kunst waarin je op dezelfde golflengte zit als de ander ondanks verschillende competenties.
De mondelinge verbale communicatie wordt ondersteund met gebaren tijdens groepsgesprekken. Wanneer de vraag specifiek gericht is aan een bewoner die doof of slechthorend is, wordt deze soms enkel in gebarentaal gegeven. Een gebarenwoordenboek ligt in de buurt, zo kunnen begeleiders die nog niet zo vertrouwd zijn met gebaren hier iets in opzoeken. Bij een andere bewoner wordt er getypt ter ondersteuning.
Iedere bewoner leert met elkaar te communiceren
Bewoners leren communicatievormen en hulpmiddelen te gebruiken die andere bewoners gebruiken in hun communicatie zoals vier handen gebaren, Nederlands ondersteund met gebaren, gebruik van pictogrammen (symbol for Windows, Pictello, Symwriter), fotoklappers. Bewoners communiceren heel natuurlijk en soepel met elkaar. Er worden gezamenlijke koffiemomenten georganiseerd zodat bewoners ook echt het gesprek met elkaar aan gaan over wat ze gedaan hebben en hoe ze dit ervaren hebben. Bewoners worden gestimuleerd elkaar om hulp te vragen en elkaar te helpen in plaats van zich afhankelijk te maken van de begeleider.
Voor bewoners die het moeilijk vinden om de communicatie aan te passen aan een andere bewoner, wordt er een individueel begeleidingstraject ingezet om dit wel mogelijk te maken.
Aandacht voor elkaar en aandacht voor het gespreksonderwerp in een veilige en open sfeer
Bewoners begroeten elkaar als er iemand aankomt of binnenloopt, maar ook gasten van buiten krijgen een warm welkom met aandacht. Ze zeggen `sorry` of `maakt niets uit` als iemand bijvoorbeeld tegen hen aanloopt. Ze laten aan de ander zien dat ze de ander waarnemen en met aandacht benaderen. Tijdens een groepsgesprek wordt het onderwerp gevisualiseerd, dit kan door middel van een foto, pictogram, een tekening, of een concreet voorwerp. Zo kan iedereen met aandacht bij het onderwerp blijven. De mening van eenieder wordt gerespecteerd zonder te oordelen. Door middel van een mindmap kan een onderwerp verder uitgediept worden. Indien een bewoner tijdens een groepsgesprek over een ander onderwerp begint terwijl het gespreksonderwerp nog niet is afgerond, wordt benoemd dat dit nu niet bij dit gesprek hoort.
Gebruik van visualisaties
Bijna alles wordt ondersteund met beeldmateriaal:
- uitstapje → foto`s maken,
- brood kiezen aan de hand van foto`s van soorten brood,
- pictogram plakken bij foto`s
- grote kalender in de ruimte met verjaardagen van iedere bewoner en feestdagen • aan de zijkant van het muurtje van de keuken hangt een bord met klittenband waaraan wekelijks met picto`s gevisualiseerd wordt wat er per dag op het menu staat. Voor enkele bewoners is er een boek met picto`s per voedingsmiddel
- Sommige bewoners gebruiken een visueels script om te koken
- Aan de muur hangt een groot wit bord met daarop alle mededelingen, bijzonderheden, dagplanning, overzicht van wanneer welke begeleider aanwezig is
Analyseren van communicatief gedrag
Er wordt veel gefilmd en geobserveerd ter ondersteuning in een voortdurende zoektocht naar de mogelijkheden van de bewoner om
zichzelf te uiten en ontplooien. Vragen die richting geven, zijn: `Is dit aangeleerd gedrag of is dit de beperking? Hoe kunnen we iemand
doen groeien?